Salar de Uyuni: de grootste zoutwoestijn ter wereld
Wanneer je vanuit noord Chili Bolivia binnen reist, zijn de contrasten groot; na de grens is het land dun bevolkt, vrijwel volkomen Indiaans! Je merkt dat ook meteen wanneer je in Uyuni stad binnenrijdt. De arme bevolking van het stadje heeft lang geleefd van de zoutwinning, een handmatig bedrijf. Daardoor is er relatief weinig zout gewonnen en is dat niet ten koste gegaan van de zoutmeren zoals in andere landen. Het toerisme komt nu in grote aantallen vooral vanwege ’s werelds grootste zoutmeer bij Uyuni, de Salar de Uyuni, en heeft nieuwe inkomsten gebracht. Maar het toerisme doet niet veel voor de werkgelegenheid van de oorspronkelijke bewoners, de Indianen. Voor hen is de armoede groot gebleven in dit typisch altoplano (hoogvlakte) stadje.
We vragen ons af hoe we het zoutmeer, Salar de Uyuni, zullen bezoeken. Het liefst met de Bus i.p.v. met een touroperator , flexibel, de mooie delen van het meer kunnen bezoeken en ook kunnen oversteken naar de overkant van het meer. Daar willen we graag naar het dorp Chipaya, noordelijk van de Salar en daar een paar dagen blijven. Het bijzondere van Chipaya is dat de bevolking een totaal verschillende groep is, een eigen cultuur heeft, en in hun kleding en sieraden gebruik totaal verschillend is met de andere indianen groepen, het lijkt vooral op de mensen van de Himba stam in Namibië !
We besluiten met de Bus te gaan, maken eerst een afspraak met een schooonmaakbedrijf om de Zout-Bus na terugkomst met een hogedrukspuit eerst een dieselolie en dan een zeep een schoonmaakbeurt te geven! De Salar de Uyuni is bijzonder droog, onder een brandende zon, het best te beschrijven als een zoutwoestijn, ’s nachts koud tot net boven het vriespunt in de zomer met veel wind en overdag snel warm, de Salar de Uyuni ligt op 3700 – 3800 meter hoogte! Het is indrukwekkend om op het zout te zijn! Is het de enorme grootte van het gebied, meer dan 150 km van zuid naar noord, zoals wij willen oversteken, we zien vrijwel geen horizon als we in het middengebied zijn, alleen de vulkanen op ‘het vaste land’. Als we stoppen, de motor uitzetten en gaan lopen is de ruimte, de enorme blauwe koepel boven ons, de stralende zon die het zout nog witter maakt, de stilte, de prachtige vormen die de het kristallijne zout aanneemt, we zien geen vogels of knaagdieren, ook geen toeristen meer, de touroperators blijven in de rand van de Salar direct grenzend aan Uyuni! We staan er even bij stil wat er gebeurt als we motor problemen zouden krijgen, er is weinig verkeer, in het noordelijk deel zagen we een paar auto’s. Hoe genieten we van de natuur van de zoutwoestijn!, meer indrukwekkend dan de zand woestijnen, de rotswoestijnen, we hebben er verschillende gezien! Prachtig.
Militairen slagbomen en onbegaanbare wegen: Jammer Chipaya, we komen er niet door!
We besluiten door te reizen naar Chipaya, de kaart laat een duidelijke rode weg zien! Na een tijd gereden te hebben wordt de weg slecht, heel slecht! En plotseling staan voor de slagboom van een militair kamp, dat is geen grap, altijd mee oppassen in de wildernis, je kunt niet terug! We lopen naar de militair toe die op wacht staat en niet vriendelijk lijkt. We vertellen hem dat we naar het volgende dorp moeten in verband met de Salar reis (smoes!) – Chipaya ligt nog ver weg- en vragen of we er door mogen – overleg volgt en de boom gaat omhoog. Als we het dorp weer uit zijn zien we de deplorabele toestand van de weg, we zijn bezorgd over het heel houden van de Bus en besluiten terug te gaan, weten dat we nog voor het donker door de slagboom kunnen en in het Zout Hotel kunnen arriveren aan de overzijde van de Salar! Cristal Samana, Hotel de Sal, inderdaad, helemaal gebouwd van zoutblokken! We eten in het hotel, slapen heerlijk in de Bus! Salar de Uyuni: indrukwekkend!
Potosi stad: er zijn meer dan 8 miljoen slaven omgekomen in de zilvermijnen!
In Bolivia reizen we in het westelijk deel van het land. Uit Uyuni, na een kleine dag rustig rijden komen we aan in Potosi, een mooi oud stadje, de hoogste stad ter wereld, maar met een gruwelijk koloniaal verleden! Het zilver werd ontdekt in 1545 door de Inka’s. De zilverindustrie werd het fundament van het Spaanse koloniale rijk, en rond 1650 – 1750 was Potosi één van de rijkste steden ter wereld. De mijnbouw dwong de Inka bevolking onder erbarmelijke omstandigheden in de mijnen te gaan werken, voedsel, accommodatie en medische zorg was minimaal, de slaven bleven 3-6 maanden ondergronds!! Deze lokale Inca’s konden dit niet opbrengen en stierven in grote aantallen. Afrikaanse slaven werden geïmporteerd. Het is één van de meest misdadige fasen in de koloniale geschiedenis van Spanje in Zuid Amerika, er zijn betrouwbare aannames dat er meer dan 8 miljoen mensen in de zilvermijnen in Potosi vroegtijdig gestorven zijn. Tijdens ons verblijf brengen we nog een kort bezoek aan de zilvermijnen zoals die nu door een coöperatie geëxploiteerd worden. De omstandigheden zijn nog steeds slecht!
Hoe kan een kerk dit doen!
We bezoeken ook het Museo Santa Theresa, van de Karmelieten orde. Ook daar worden we niet vrolijk van!, integendeel. In het museum van de missie zien we hoe de katholieke kerk een onderdrukkende discipline instelde, waar meisjes van 15 een plaats kregen voor de rest van hun leven, daar bleven, vrijwel niet meer mochten spreken, fysieke martelingen ondergingen om te voelen wat Jezus onderging, etc!! Zie de foto’s. We zijn blij als we het museum van religieuze onderdrukking en uitbuiting uit zijn! Waarom heeft deze orde zich niet gewijd aan sociaal werk!
Heel veel vrolijker is het bezoek aan Sucre stad. Het verhaal wordt het beste verteld door de foto’s die je binnenkort op de web site vindt. In ons volgende verhaal gaat het over LaPaz en Titicaca meer/grens met Peru!
Alle goeds,
WimenWillieperBus